1. Goedkeuring notulen
  2. Kennisname januariverklaring
  3. Eerstelijnszone regio Grimbergen - Aanduiding vertegenwoordiger in de zorgraad
  4. Ethiasco cvba - aanduiding vertegenwoordigers
  5. Vaststelling van de definitie van het begrip 'dagelijks bestuur' en bevoegdheidsbepaling voor daden van beheer, daden van beschikking, het aangaan van leningen en goedkeuring van interne kredietaanpassingen
  6. Aankoop straatstofzuiger voor stedelijk gebied met onderhoudscontract - Goedkeuring aangepaste raming
  7. Advies plaatsing bewakingscamera's
  8. Reglement vast en verplaatsbaar cameratoezicht - wijziging
  9. Verkoop-vestiging van erfdienstbaarheden Hazepootstraat: goedkeuring overeenkomst
  10. Vestiging erfdienstbaarheden project Hazepootstraat (hoek Kapellelaan-Krommestraat) - neerlegging onder de minuten
  11. Vestiging erfdienstbaarheden Hazepootstraat - neerlegging onder de minuten
  12. Wegmarkeringen - raamovereenkomst 2022-2025 - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze
  13. Gemeentelijke basisscholen - Functiebeschrijvingen - Lijst instellingsgebonden opdrachten
  14. Gemeentelijke basisscholen - Arbeidsreglement
  15. Dossier herinrichting site Sportschuur Wolvertem
  16. Restauratiedossier Sint Laurentiuskerk Wolvertem
Meise
Zitting van 17 jan 2022
Van 19.30 uur tot 21.42
Aanwezig:
Virginie De Klippel, voorzitter;
Gerda Van den Brande, burgemeester;
Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba en Ann Van den Broeck, schepenen;
Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Billie Kawende, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers, raadsleden;
Caroline De Ridder, algemeen directeur.
Verontschuldigd:
Karine Métens, raadslid;
 
raadslid Billie Kawende vervoegt de vergadering vanaf punt 8.

Goedkeuring notulen

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad keurt de notulen van de gemeenteraad van 20 december 2021 goed.

Met 23 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

 

top

Kennisname januariverklaring

 

top

Eerstelijnszone regio Grimbergen - Aanduiding vertegenwoordiger in de zorgraad

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad heeft in zitting van 20 september 2021 de collectieve constructieve motie van wantrouwen tegen het voltallige schepencollege aangenomen. Als gevolg hiervan werd het schepencollege opnieuw samengesteld.

De N-VA en LB+ fracties maken voortaan deel uit van de coalitie waarbij de LB+ fractie de grootste fractie vormt.

De gemeenteraad duidde in zitting van 22 juli 2019 de vertegenwoordiger aan voor de voorlopige zorgraad van de Eerstelijnszone regio Grimbergen.

De 'voorlopige' zorgraad is intussen erkend voor onbepaalde duur door het Agentschap Zorg en Gezondheid en bijgevolg niet meer voorlopig.

Omwille van de aangenomen collectieve constructieve motie van wantrouwen dient er een vertegenwoordiger in de zorgraad van de Eerstelijnszone regio Grimbergen te worden aangeduid.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraadsbeslissing van 22 juli 2019 houdende de aanduiding van de vertegenwoordiger voor de voorlopige zorgraad van de Eerstelijnszone regio Grimbergen.

De gemeenteraadsbeslissing van 20 september 2021 houdende de goedkeuring van de collectieve constructieve motie van wantrouwen tegen het voltallige schepencollege.

Advies/argumentatie

Er dient een vertegenwoordiger in de zorgraad van de Eerstelijnszone regio Grimbergen te worden aangeduid.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Volgende persoon wordt aangeduid als vertegenwoordiger in de zorgraad van de Eerstelijnszone regio Grimbergen:

- Ann Van den Broeck, Zerlegem 51 te 1860 Meise.

Artikel 2

Eerstelijnszone regio Grimbergen wordt van deze beslissing in kennis gesteld.

 

top

Ethiasco cvba - aanduiding vertegenwoordigers

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad heeft in zitting van 20 september 2021 de collectieve constructieve motie van wantrouwen tegen het voltallige schepencollege aangenomen. Als gevolg hiervan werd het schepencollege opnieuw samengesteld.

De N-VA en LB+ fracties maken voortaan deel uit van de coalitie waarbij de LB+ fractie de grootste fractie vormt.

De gemeenteraad duidde in zitting van 20 mei 2019 de vertegenwoordigers aan voor Ethiasco cvba.

Omwille van de aangenomen collectieve constructieve motie van wantrouwen dient er een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Ethiasco cvba en twee vertegenwoordigers op de Dag van de Collectiviteiten te worden aangeduid.

Juridische gronden

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

De gemeenteraadsbeslissing van 20 mei 2019 houdende de aanduiding van de vertegenwoordigers voor Ethiasco cvba.

De gemeenteraadsbeslissing van 20 september 2021 houdende de goedkeuring van de collectieve constructieve motie van wantrouwen tegen het voltallige schepencollege.

Advies/argumentatie

Er dient een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Ethiasco cvba en twee vertegenwoordigers op de Dag van de Collectiviteiten te worden aangeduid.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Volgende persoon wordt aangeduid als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Ethiasco cvba:

- Tom Heyvaert, Krogstraat 26 te 1860 Meise.

Volgende personen worden aangeduid als vertegenwoordigers op de Dag van de Collectiviteiten van Ethiasco cvba:

- Tom Heyvaert, Krogstraat 26 te 1860 Meise

- Tomas Van Beersel, Jan Van den Eyndelaan 22 te 1860 Meise.

Artikel 2

Ethiasco cvba wordt van deze beslissing in kennis gesteld.

 

top

Vaststelling van de definitie van het begrip 'dagelijks bestuur' en bevoegdheidsbepaling voor daden van beheer, daden van beschikking, het aangaan van leningen en goedkeuring van interne kredietaanpassingen

MOTIVERING

Feiten en context

De raad heeft in zitting van 17 juni 2019 het begrip “dagelijks bestuur” en de bevoegheidsbepaling voor daden van beheer, daden van beschikking, het aangaan van leningen en de goedkeuring van interne kredietaanpassingen goedgekeurd.

De raad heeft op 20 december 2021 het afsprakenkader “kredietbewaking” goedgekeurd.

Het college heeft op 13 december 2021 de procedure voor “aanpassing van de ramingen” (voordien interne kredietaanpassingen) goedgekeurd. Interne kredietaanpassingen zijn niet meer gedefinieerd in BBC 2020, maar maken deel uit van het organisatiebeheersingssysteem.

Bijgevolg is het noodzakelijk de beslissing van de raad van 17 juni 2019 in die zin aan te passen.

A. Delegatie van bevoegdheden bij overheidsopdrachten

De gemeenteraad beslist in het kader van het budget over de opportuniteit om een bepaalde overheidsopdracht uit te voeren (artikel 41, 3° Decreet Lokaal Bestuur). Artikel 41, 10° van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat in beginsel de gemeenteraad de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht vastlegt. De gemeenteraad kan dit delegeren aan het college van burgemeester en schepenen.

        Een eerste delegatie betreft de opdrachten van dagelijks bestuur. De gemeenteraad bepaalt wat onder het begrip "dagelijks bestuur" inzake overheidsopdrachten moet worden verstaan (artikel 41, 8° Decreet Lokaal Bestuur). Deze opdrachten van dagelijks bestuur kunnen aan het college van burgemeester en schepenen worden toegewezen en het college kan de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht vastleggen. Deze opdrachten van dagelijks bestuur kunnen bij delegatie aan de algemeen directeur worden toegewezen (artikel 57 Decreet Lokaal Bestuur).

        Een tweede delegatie betreft de opdrachten die nominatief aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd. In dat geval is het college van burgemeester en schepenen bevoegd om de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht vast te leggen.

Het college van burgemeester en schepenen blijft bevoegd voor het eigenlijke voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten (artikel 56, §3, 4° Decreet over het Lokaal Bestuur).

Inzake opdrachten van dagelijks bestuur is ook het college van burgemeester en schepenen bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht (artikel 56, §3, 5° Decreet Lokaal Bestuur).

Het college van burgemeester en schepenen is ook bevoegd:

        voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht die nominatief aan het college van burgemeester en schepenen werd toevertrouwd (artikel 56, §3, 6° Decreet Lokaal Bestuur).

        om beslissingen te nemen op eigen initiatief in gevallen van dwingende en onvoorziene omstandigheden (art. 56, §4 Decreet Lokaal Bestuur)

Kort samengevat geeft dit volgend schematisch overzicht voor de delegatiemogelijkheden van bevoegdheden bij overheidsopdrachten:

Afbeelding verwijderd.

Het is wenselijk om te bepalen wat onder het begrip "dagelijks bestuur" moet worden verstaan.

De bevoegdheden die worden opgenomen in het begrip "dagelijks bestuur" worden door de gemeenteraad gedelegeerd aan het college.

De gemeenteraad stelt de definitie van het begrip "dagelijks bestuur" vast voor overheidsopdrachten.

B. Daden van beheer / daden van beschikking

Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor daden van beheer over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen (artikel 56§3, 1° DLB) en daden van beschikking (artikel 56§3, 8° DLB).

“Daden van beheer” zijn alle handelingen die men stelt om het vermogen in stand te houden en eventuele inkomsten te verzekeren. Dit kan gaan over verhuur van een onroerend goed, inkomsten innen, facturen betalen, geld beleggen en alle rechtshandelingen die kaderen binnen het normaal beheer van een goed.

“Daden van beschikking” zijn handelingen waarbij men een goed uit het vermogen doet verdwijnen of een zakelijk recht op dat goed vestigt. Zo beschouwt men bijvoorbeeld verkoop, schenking, hypotheek als daden van beschikking.

Om de inhoud van deze bevoegdheden duidelijker af te bakenen is het wenselijk dat de gemeenteraad een paar concrete bevoegdheden expliciet toewijst aan het college van burgemeester en schepenen, inzonderheid inzake contracten, verkoop van goederen en tarieven.

C. Leningen

Het aangaan van leningen valt niet meer onder de wetgeving overheidsopdrachten van 17 juni 2016. De bevoegdheid om te bepalen of en hoe een leningsovereenkomst tot stand moet komen, behoort toe aan de gemeenteraad. Overeenkomstig artikel 41, 1ste lid, kan de gemeenteraad deze bevoegdheid bij reglement toewijzen aan het college.

De basisbeginselen van het overheidsonderhandelen moeten hierbij evenwel gerespecteerd worden, inzonderheid het gelijkheidsbeginsel, de werking van de vrijemarkteconomie, het principe van behoorlijk bestuur, …

D. Interne kredietaanpassingen

Deze werden opgenomen in het afsprakenkader “kredietbewaking” en de procedure “aanpassing van de ramingen”.

Juridische gronden

Artikel 41, 8° van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 geeft aan de gemeenteraad de bevoegdheid om vast te stellen wat onder het begrip dagelijks bestuur moet worden verstaan.

Het college van burgemeester en schepenen is conform artikel 41, 10°, a van het Decreet over het Lokaal Bestuur bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht, wanneer de opdracht past binnen het begrip dagelijks bestuur.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikels 41, 56, 57, 217 tot 220, 592 en de artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Advies/argumentatie

Overwegende dat de continuïteit en de vlotte werking van de gemeentelijke diensten dient te worden verzekerd;

Overwegende dat een goed afgewogen definitie van het begrip “dagelijks bestuur” op maat van onze organisatie van enorm belang is en onverwijld dient genomen te worden om de bevoegdheidsregeling (gemeenteraad – college) binnen ons bestuur duidelijk af te lijnen en de administratieve procedures te kunnen bijsturen;

Overwegende dat het ook wenselijk is om de bevoegdheid tot goedkeuring van de lastvoorwaarden en gunningswijze van overheidsopdrachten van “beperkte waarde” voor meerjarige verbintenissen tot een bedrag van 30.000€, excl. BTW, te delegeren aan het college aangezien dit het drempelbedrag is om de opdracht af te sluiten via aanvaarde factuur;

Overwegende dat een aantal bevoegdheden, die door het gemeentedecreet aan het college werden toegewezen, niet meer expliciet zijn overgenomen in het decreet Lokaal Bestuur;

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Voor het dienstjaar 2022 tot en met 2025 als opdrachten van dagelijks bestuur, in de zin van artikel artikel 41, 8° en artikel 56§3, 5° van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, te beschouwen:

        alle opdrachten die betrekking hebben op het aangaan van een verbintenis waarvan de financiële impact is voorzien op het exploitatiebudget van het meerjarenplan en voor zover de verbintenissen die eruit voortvloeien in normale omstandigheden binnen het boekjaar uitvoerbaar zijn of, al dan niet met inachtneming van een opzegtermijn, jaarlijks opzegbaar zijn.
Deze bepaling geldt ook voor alle opdrachten zoals voornoemd waarvoor in het lopende budgetjaar reeds kredieten werden voorzien in het exploitatiebudget, maar die verlengd of hernieuwd moeten worden in het daaropvolgende boekjaar.

        alle opdrachten waarvan de financiële impact is voorzien op het investeringsbudget van het meerjarenplan en het bedrag van de opdracht de som van 30.000€, excl. BTW, niet overschrijdt;

        alle meerjarige verbintenissen waarvoor de kredieten zijn voorzien op het exploitatie- en investeringsbudget en het bedrag van de opdracht de som van 30.000€, excl. BTW, niet overschrijdt;

        alle beheersdaden zonder financiële impact die niet expliciet tot de bevoegdheid van de gemeenteraad horen;

        de bevoegdheid om, binnen de grenzen van het goedgekeurde budget, wijzigingen aan te brengen aan overeenkomsten, voor zover hieruit geen bijkomende uitgaven voortvloeien van meer dan 10%.

 

Artikel 2

Als “daden van beheer” over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen door het college van burgemeester en schepenen, gesteld met toepassing van artikel 56§3, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur, worden beschouwd:

        de vestiging en verbreking van pacht-, (ver)huur- en concessiecontracten betreffende onroerende goederen van maximaal 9 jaar.

        Het vaststellen van de tarieven voor gemeentelijke evenementen en/of uitbatingen, zoals:

o Inkomgelden

o Deelnameprijs

o Verkoopprijs drank, versnaperingen, brochures, kaarten, vlaggen, …..

o ……

        Het vaststellen van de bedragen van toelagen, subsidies, premies, werkingsmiddelen,…, voor zover die op basis van een gemeentelijk reglement, goedgekeurd door de raad, eenduidig kunnen bepaald worden. (bvb. Isolatiepremies)
Voor subsidies, toelagen, premies, werkingsmiddelen,…., waarvoor op basis van het beschikbare budget nog een verdeelsleutel en/of verdeling moeten worden goedgekeurd, blijft de raad bevoegd. (bvb. Ontwikkelingssamenwerking)

 

Artikel 3

Als “daden van beschikking” over de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen door het college van burgemeester en schepenen, gesteld met toepassing van artikel 56§3, 8° van het Decreet Lokaal Bestuur, worden beschouwd:

        de vestiging en verbreking van pacht-, (ver)huur- en concessiecontracten betreffende onroerende goederen van meer dan 9 jaar, behalve het vaststellen van de contractvoorwaarden waarvoor de gemeenteraad bevoegd blijft.

        De verkoop of afvoer van roerende goederen, die niet (meer) worden gebruikt, afgeschreven zijn of moeten afgevoerd worden, zoals: wagens, materieel, meubilair, gevonden en verloren voorwerpen (fietsen/bromfietsen/…. ) , goederen die eigendom zijn geworden van het bestuur (uitdrijvingen, inbeslagname), ICT-materiaal, toestellen, ….
Ingeval van verkoop dient een bekendmaking conform de vigerende regelgeving te gebeuren. Een openbare verkoop wordt minimaal gepubliceerd op de gemeentelijke website.

 

Artikel 4

De bevoegdheid om te bepalen of en hoe een leningsovereenkomst tot stand moet komen wordt, overeenkomstig artikel 41, 1ste lid, van het decreet Lokaal Bestuur toegewezen aan het college. Deze bevoegdheid is beperkt tot de kredieten, opgenomen in het goedgekeurd meerjarenplan.

De basisbeginselen van het overheidsonderhandelen moeten hierbij gerespecteerd worden, inzonderheid het gelijkheidsbeginsel, de werking van de vrijemarkteconomie, het principe van behoorlijk bestuur, …

 

Artikel 5

Het college rapporteert aan de gemeenteraad omtrent deze toegewezen bevoegdheden:

        Opdrachten van dagelijks bestuur: semestrieel/jaarrekening

        Daden van beheer: semestrieel/jaarrekening

        Leningen: kwartaalrapportering/jaarrekening

        Aanpassing van de ramingen: kwartaalrapportering/jaarrekening

 

Artikel 6

Dit reglement treedt in werking op 1 februari 2022. Het reglement, goedgekeurd door de raad op 17 juni 2019, wordt opgeheven bij de inwerkingtreding van dit reglement.

 

Artikel 7

Deze beslissing op te nemen in het organisatiebeheersingssysteem.

 

Artikel 8 - Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285 tot en met 288 van het  decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van deze bekendmaking overeenkomstig artikel 330 van het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

Met 20 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers), 3 onthoudingen (Sonja Becq, Emiel De Boeck en Veerle De Cuyper)

 

top

Aankoop straatstofzuiger voor stedelijk gebied met onderhoudscontract - Goedkeuring aangepaste raming

MOTIVERING

Feiten en context

In het kader van de opdracht “Aankoop straatstofzuiger voor stedelijk gebied met onderhoudscontract” werd een bestek met nr. 20211819 opgesteld door de Uitvoerende Diensten.

De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 40.900,16 excl. btw of € 49.489,19 incl. 21% btw.

De gemeenteraad verleende in zitting van 20 september 2021 goedkeuring aan de lastvoorwaarden, de raming en de plaatsingsprocedure van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 29 november 2021 om de plaatsingsprocedure te starten en volgende ondernemers uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure:
- Vanhie Bvba, Vilvoordsesteenweg 172 te 1860 Meise;
- Sammels bvba, Stationsstraat 63 te 1861 Meise;
- Machines Robberechts, Oostvaartdijk 340 te 1851 Grimbergen;
- Glutton S.A./N.V., Rue Du Progres 22 te 5300 Andenne;
- Van Dyck Marcel Belgium  NV, Provinciebaan 71 te 2235 Houtvenne.

De offertes dienden het bestuur ten laatste op 13 december 2021 om 10.00 uur te bereiken.

De verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 12 april 2022.

Er werd 1 offerte ontvangen van Glutton S.A./N.V., Rue Du Progres 22 te 5300 Andenne (€ 45.776,80 excl. btw of € 55.389,93 incl. 21% btw).

Juridische gronden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 139.000,00 niet).

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

Advies/argumentatie

De hogere inschrijvingsprijs ten opzichte van de raming is waarschijnlijk toe te schrijven aan het feit dat grondstoffen wereldwijd de laatste maanden enorm zijn gestegen waardoor dit een grote invloed heeft op de productie, levering en onderhoud van deze zeer specifieke toestellen.

Bovendien is de overschrijding van de raming beperkt tot 11,9 %.

Daarom geeft de uitvoerende dienst een positief advies voor de goedkeuring van de verhoogde raming.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 24200000/02000-INVESTERING-U en in het budget van de volgende jaren.

De uitgave is voorzien in het budget.

Budgetsleutel

Acties

Beschikbaar budget

24200000/02000 -  Investeringsproject

Rollend materieel - gemeenschapsgoederen

€ 108.201,57,-

BESLUIT

Artikel 1

De aangepaste raming van € 55.389,93 incl. 21% btw voor de opdracht “Aankoop straatstofzuiger voor stedelijk gebied met onderhoudscontract” wordt goedgekeurd.

Artikel 2

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2021, op budgetcode 24200000/02000-INVESTERING-U en in het budget van de volgende jaren.

Met 23 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

 

top

Advies plaatsing bewakingscamera's

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad keurde in zitting van 18 november 2019 een reglement inzake vast en verplaatsbaar cameratoezicht goed. De gemeenteraad ging in zitting van 19 juli 2021 akkoord met de aankoop van camera's via de raamovereenkomst ICT-Telecom van de Vlaamse Overheid.

Er werden 12 camera's aangekocht die zullen geplaatst worden op volgende locaties:

        - 3  camera's op het Gemeenteplein Wolvertem; 

        - 1 camera in de inkomhal Sportschuur Wolvertem;

        - 3 camera's aan de bibliotheek Meise;

         - 5 camera's aan de sporthal/ de Muze - Meise (1 camera binnen in de sporthal en 1  aangrenzend op de speelplaats van de Leertuin vooraan (inkom), de rest op de parking.) 

Deze zones zullen gesignaleerd worden met pictogrammen die alle wettelijke verplichtingen bevatten.

Daarnaast zullen 2 mobiele camera's worden ingezet.

De plaatsing van camera's heeft tot doel het voorkomen, vaststellen en verzamelen van bewijzen van misdrijven tegen personen of goederen, het controleren van de naleving van gemeentelijke reglementen en het verschaffen van informatie om schendingen van de openbare orde op te sporen en de openbare orde te handhaven.

De camera's zouden ook informatie kunnen verschaffen die de politie in staat zal stellen om bepaalde vormen van overlast op te sporen, te vervolgen, de pakkans van de daders van misdrijven bij de bestrijding van criminaliteit te verhogen en de verstoorders van de openbare orde op te sporen, te identificeren en te vervolgen.

Cameratoezicht moet bijdragen tot de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente. Met de camera's wordt de ingezette preventieve gemeentelijke maatregelen in combinatie met politietoezicht geoptimaliseerd. Een rechtstreekse consultatie van de beelden vanuit de politiepost maakt een snelle reactie bij verstoring van de openbare orde mogelijk.

Juridische gronden

Het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden;

Verordening (EU) nr. 2016/679, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, hierna afgekort tot “AVG”;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

De Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;

De Wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, gewijzigd door de wet van 21 maart 2018, art. 5, §2 (vaste bewakingscamera), in werking getreden op 25 mei 2018; ("de Camerawet")

Het Koninklijk Besluit van 8 mei 2018 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's en betreffende het register van de beeldverwerkingsactiviteiten;

Het Koninklijk Besluit van 28 mei 2018 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking plaatsvindt;

Advies/argumentatie

Volgens de bepaling van artikel II, artikel 3 dient de gemeenteraad een positief advies te geven voor de plaatsing van een of meer (tijdelijke) vaste bewakingscamera's na voorafgaand de korpschef te hebben geraadpleegd.

Er werd een positief advies ontvangen voor het gebruik en de voorgestelde locaties van de korpschef op 24 maart 2021.

Gezien het doel van het cameratoezicht en aangezien de plaatsing gebeurt conform de Camerawet en het door de gemeenteraad goedgekeurde reglement op vast en verplaatsbaar cameratoezicht, wordt een positief advies gegeven voor het cameratoezicht op de voorgestelde locaties.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De gemeenteraad adviseert positief voor de plaatsing en het gebruik van vaste bewakingscamera's op volgende plaatsen :

- 3 camera's op het Gemeenteplein Wolvertem;

- 1 camera in de inkomhal van Sportschuur Wolvertem;

- 3 camera's aan de bibliotheek Meise;

-  5 camera's aan de sporthal/de Muze - Meise. 

Artikel 2

De gemeenteraad adviseert positief voor de plaatsing en het gebruik van twee mobiele bewakingscamera's.

Artikel 3

Deze beslissing wordt ter kennis gebracht aan de verwerkingsverantwoordelijke, die instaat voor de aanmelding van de bewakingscamera's, de plaatsing van de bij wet vereiste pictogrammen en het bij wet voorziene register van de beeldverwerkingsactiviteiten.

Met 22 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers), 1 onthouding (Erwin De Clerck)

 

top

Reglement vast en verplaatsbaar cameratoezicht - wijziging

MOTIVERING

Feiten en context

De gemeenteraad keurde in zitting van 18 november 2019 een reglement inzake vast en verplaatsbaar cameratoezicht goed.

In dit reglement is een regeling opgenomen voor de plaatsing van tijdelijk vaste bewakingscamera's voor het voorkomen, vaststellen en bewijzen verzamelen van overlast onder de vorm van sluikstorten en voor het voorkomen, vaststellen en verzamelen van bewijzen van overlast op- na overleg met de politie- te bepalen "hot spots". Om de plaatsing van mobiele camera's sneller te kunnen uitvoeren en derhalve deze mobiele camera's nog efficiënter te kunnen inzetten, is het aangewezen om de vaststelling van de locaties van deze mobiele camera's te delegeren naar het schepencollege.

Bovendien is het aangewezen om het toepassingsgebied uitgebreider te maken dan de bestrijding van sluikstorten en ook de regeling voor het in real time bekijken van de beelden door de politie te verfijnen.

Juridische gronden

Het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden;

Verordening (EU) nr. 2016/679, 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, hierna afgekort tot “AVG”;

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

De Wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;

De wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, gewijzigd door de wet van 21 maart 2018, art. 5, §2 (vaste bewakingscamera), in werking getreden op 25 mei 2018; ("de Camerawet")

Het Koninklijk Besluit van 8 mei 2018 betreffende de aangiften van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's en betreffende het register van de beeldverwerkingsactiviteiten;

Het Koninklijk Besluit van 28 mei 2018 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 10 februari 2008 tot vaststelling van de wijze waarop wordt aangegeven dat er camerabewaking platsvindt;

Advies/argumentatie

De voorgestelde wijzigingen aan het reglement van 18 november 2019 werden geadviseerd door de V.V.S.G. en maken een efficiëntere toepassing van het reglement mogelijk.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel I

Onderstaand reglement vast te stellen:

REGLEMENT CAMERATOEZICHT OP HET OPENBAAR DOMEIN

Artikel 1: Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

1° Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)

2° “camerawet”: de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s, zoals gewijzigd door de wet van 21 maart 2018.

3° “verantwoordelijke voor de verwerking”: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon, de feitelijke vereniging of het openbaar bestuur die alleen of samen met anderen het doel en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens bepaalt.

4° “verwerker”: degene, die de zorg heeft voor de technische verwerking van de gegevens of daarin een aandeel heeft. De leidend ambtenaar van de verantwoordelijke voor de verwerking duidt de personen aan die toegang hebben tot het bekijken en mededelen alsook tot de verwerking van de beelden en aan wie de gegevens kunnen worden meegedeeld binnen het kader van de gestelde doelstellingen. De leidend ambtenaar kan hiervoor zowel personen die onder zijn gezag werken aanduiden als derden/intercommunales die belast werden met doelstellingen, vervat in artikel 2 van huidig reglement.

5° “cameratoezicht”: toezicht met behulp van camera- en videotechnieken voor veiligheidsdoeleinden.

6° “verwerking van beelden: elk opnamesysteem, analoog of digitaal, al dan niet onderbroken, met of zonder bewaring van deze opnames, op welke drager dan ook.

7° a. "mobiele bewakingscamera": bewakingscamera die tijdens de observatie wordt verplaatst om vanaf verschillende plaatsen of posities te filmen.

b. "tijdelijke vaste bewakingscamera": bewakingscamera die voor een beperkte tijd op een plaats wordt opgesteld met als doel hetzij een welbepaald evenement te bewaken, hetzij op regelmatige tijdstippen te worden verplaatst om op een andere plaats te worden opgesteld overeenkomstig de doeleinden die eraan worden toegewezen.

c. "intelligente bewakingscamera": bewakingscamera die ook onderdelen en software bevat, die al dan niet gekoppeld aan registers of bestanden, de verzamelde beelden al dan niet autonoom kunnen verwerken.

d. "vaste bewakingscamera": camera die vast geplaatst wordt op een plaats die onder toezicht staat, met het oog op de realisatie van de doeleinden die eraan worden toegewezen.

 

Artikel 2: Doel van de verwerking van de beelden

De verwerking van de beelden gebeurt met volgende doelstellingen:

* het voorkomen, vaststellen en verzamelen van bewijzen van misdrijven tegen personen of goederen

* het controleren van de naleving van gemeentelijke reglementen

* verschaffen van informatie om schendingen van de openbare orde op te sporen en de openbare orde te handhaven.

* de camera's kunnen ook gebruikt worden voor andere doeleinden zoals het faciliteren van het beheer van grote evenementen of om de evolutie van noodsituaties op te volgen.

* Het gebruik van de camera's is niet permanent, maar in functie van plaats en tijdstip van vastgestelde criminaliteit of overlast, of voor specifieke evenementen of gebeurtenissen.

 

Artikel 3: Lokalisatie van de bewakingscamera's

De beslissing tot het plaatsen van een of meer (tijdelijke) vaste bewakingscamera's wordt genomen door de verantwoordelijke voor de verwerking, nadat de gemeenteraad een positief advies heeft gegeven. De gemeenteraad verstrekt zijn advies na voorafgaand de korpschef van de politiezone te hebben geraadpleegd.

De tijdelijke vaste bewakingscamera’s kunnen op niet-besloten plaatsen over het gehele grondgebied ingezet worden. Het college van burgemeester en schepenen stelt deze locaties vast in een besluit/kan deze locaties vaststellen in een besluit.
Er wordt op toegezien dat de bewakingscamera’s niet specifiek gericht worden op een plaats waarvoor de verwerkingsverantwoordelijke niet zelf de gegevens verwerkt, tenzij hij daarvoor expliciet de toestemming heeft van de verwerkingsverantwoordelijke van de betrokken plaats.

Artikel 4: Categorieën van personen opgenomen in de verwerking van beelden

De verwerking van beelden bevat uitsluitend gegevens over bezoekers van de onmiddellijke omgeving van de camera’s.

Er wordt op toegezien dat de bewakingscamera's niet specifiek gericht worden op een plaats waarvoor de verantwoordelijke voor de verwerking niet zelf de gegevens verwerkt, tenzij hij daarvoor expliciet de toestemming heeft van de verantwoordelijke voor de verwerking van de betrokken plaats.

 

Artikel 5: Categorieën van persoonsgegevens en wijze van verkrijging

De verwerking van beelden bestaat uit beelden van zodanige kwaliteit dat personen te identificeren zijn.

De in het eerste lid bedoelde gegevens worden verkregen:

•met behulp van camera’s in de openbare ruimte die niet in real time opgevolgd worden (opnames).

Bewakingscamera's mogen in geen geval beelden opleveren die de intimiteit van een persoon schenden of gericht zijn op het inwinnen van informatie over de filosofische, religieuze, politieke, syndicale gezindheid, etnische of sociale origine, het seksuele leven of de gezondheidstoestand.

Elk heimelijk gebruik van bewakingscamera’s is verboden.

 

Artikel 6: Het beheer, de bewerking en de verwerking van beelden

De verantwoordelijke voor de verwerking van de beelden is de gemeente Meise. De beelden moeten een waarmerk bevatten om de echtheid ervan te garanderen. De gegevens mogen op geen enkele wijze bewerkt worden.

 

Artikel 7:Toegang tot de beelden

De apparatuur voor het systeem van de camerabewaking staat opgesteld in een gebouw van het gemeentebestuur van Meise of van een hiermee door de gemeente belaste derde (vb. intercommunale) , teneinde de toegankelijkheid tot het systeem te kunnen bewaken.

Rechtstreeks toegang tot de beelden hebben uitsluitend en slechts binnen het kader van de hun opgedragen werkzaamheden:

        de leidend ambtenaar

        de door de leidend ambtenaar aangeduide personeelsleden en personeelsleden van de intercommunale belast met taken ter realisatie van artikel 2 van dit reglement

        de politie.

Deze personen hebben een discretieplicht omtrent de persoonsgegevens die de beelden opleveren.

De leidend ambtenaar waakt erover dat onbevoegde personen geen toegang hebben tot het systeem.

In het geval van een onderzoek naar criminele feiten of andere vormen van overlast dan deze vermeld in artikel 2, kan de verwerker de verkregen gegevens doorgeven aan de (inter)gemeentelijke ambtenaren en/of lokale toezichthouders of politie voor het opmaken van een proces-verbaal voor een gemeentelijke administratieve sanctie of een inbreuk op de wetgeving.

Het bekijken van de beelden in real time is uitsluitend toegestaan door of onder toezicht van de politiediensten opdat de bevoegde diensten onmiddellijk kunnen ingrijpen bij misdrijf, schade, overlast of verstoring van de openbare orde en deze diensten in hun optreden optimaal kunnen worden gestuurd.  Bij de  aanwijzing van de categorieën van personen die bevoegd zijn om in real time de beelden te bekijken van de bewakingscamera's die in niet-besloten plaatsen geïnstalleerd zijn en de bepaling van de voorwaarden waaraan deze personen moeten voldoen moeten de bepalingen van het KB van 9 maart 2014 worden voldaan.

 

Artikel 8: Verbanden met andere persoonsregistraties

Deze verwerking van beelden heeft in principe geen verbanden met andere persoonsregistraties.

De politie kan de gegevens uit de registratie gebruiken als bewijsmateriaal bij een incident vallend onder de cameradoelstelling, vermeld in artikel 2.

 

Artikel 9: Inzagerecht en recht op kopij

Iedere gefilmde persoon heeft een recht van toegang tot de beelden en kopijname van de beelden.

Hij richt daartoe een gemotiveerd verzoek aan de verantwoordelijke voor de verwerking conform  artikel 12 van de Camerawet. Het verzoek bevat voldoende gedetailleerde aanwijzingen om de betrokken beelden precies te kunnen lokaliseren.

 

Artikel 10: Verstrekking aan gemeentelijke en niet-gemeentelijke organisaties

Er worden enkel gegevens verstrekt aan de politie en de gerechtelijke overheden.

In het kader van de opmaak van een proces-verbaal voor een gemeentelijke administratieve sanctie,  of een inbreuk op de  wetgeving of voor de toepassing van een retributiereglement kunnen ook gegevens worden verstrekt aan de betreffende politiefunctionarissen, gemeentelijke ambtenaren en/of lokale toezichthouders.

 

Artikel 11:Verwijdering en vernietiging van gegevens

De beelden worden niet langer bijgehouden dan strikt noodzakelijk met een maximum van 1 maand.

Alleen in het geval gegevens noodzakelijk zijn voor opsporingsonderzoek van de politie en moeten dienen als bewijsmateriaal tijdens een rechtszitting, indien beelden een bijdrage kunnen leveren tot het bewijzen van een misdrijf, van schade of van overlast of het identificeren van een dader, een verstoorder van de openbare orde, een getuige of een slachtoffer, kunnen gegevens langer bewaard worden.

De gegevens worden in dat geval bewaard totdat het opsporingsonderzoek en de gerechtelijke procedure zijn afgerond.

Na de gestelde bewaarduur worden de beelden vernietigd.

Bij de Data Protection Officer van de gemeente Meise kan steeds om bijkomende inlichtingen gevraagd worden betreffende de verwerking van de camera-/persoonsgegevens.

 

Artikel 12:Informatieplicht

De zone onder cameratoezicht wordt gesignaleerd met aangepaste signalisatie (pictogrammen) ter hoogte van de invalswegen/ de toegang tot de plaatsen die onder toezicht staan / ter hoogte van het recyclagepark. De pictogrammen bevatten alle wettelijk verplichte vermeldingen.

 

Artikel 13: Inwerkingtreding – overgangsbepalingen

Dit reglement treedt in werking conform artikel 288 van het decreet lokaal. Het reglement vast en verplaatsbaar cameratoezicht zoals vastgesteld, in artikel II, door de gemeenteraad in zitting van 18 november 2019 wordt opgeheven bij inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel II

Deze beslissing wordt ter kennis gebracht aan de verwerkingsverantwoordelijke, die instaat voor de aanmelding van de bewakingscamera’s, de plaatsing van de bij wet vereiste pictogrammen en het bij wet voorziene register van de beeldverwerkingsactiviteiten.

Artikel III

Dit besluit wordt bekend gemaakt overeenkomstig de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.

Met 16 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers), 1 stem tegen (Erwin De Clerck), 7 onthoudingen (Marie Jeanne Thaelemans, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Veerle De Cuyper en Billie Kawende)

 

top

Verkoop-vestiging van erfdienstbaarheden Hazepootstraat: goedkeuring overeenkomst

MOTIVERING

Feiten en context

Op 7 augustus 2017 werd een omgevingsvergunning afgeleverd aan de NV Aquafin voor de aanleg  van rioleringsinfrastructuur en bijhorend herstel van de wegenis in de Hazepootstraat  en Krommestraat.

Bij de uitvoering van deze vergunning werden een aantal grondinnames van private eigenaars gedaan. De onderhandse overeenkomsten die hiervoor gemaakt werden met de private eigenaars dienen nog geformaliseerd te worden door een notariële akte zodat de overeenkomsten ook tegenstelbaar worden aan derden.

Op een perceeltje grond met een oppervlakte van vierenvijftig centiare (54 ca), genomen uit een groter eigendom  nabij de Hazepootstraat,  ter plaatse genaamd “De Block”,  thans gekend ten kadaster, sectie D, deel van nummer 508 W 3 P0000, werd een regenweerafvoer-infrastructuur opgericht. Aan het perceel werd een met door het kadaster vooraf gereserveerd perceelnummer D 508 Y 3 P0000 toegekend. Het betreffende perceeltje grond staat in oranje kleur omlijnd afgebeeld op een plan met proces-verbaal van opmeting opgesteld door Studiebureau Meso. Dit perceeltje wordt door de gemeente aangekocht.

Naast de verkoop van 54 ca grond, wordt eveneens een erfdienstbaarheid van 4,1 m breedte gevestigd op een perceel tuin van dezelfde eigenaar, gelegen nabij de Hazepootstraat, ter plaatse genaamd “De Block”, volgens recent kadaster gekend, sectie D, nummer 508 W 3 P0000. Door de vestiging van deze erfdienstbaarheid bekomt de gemeente het recht om in dit perceel alle werken uit te voeren of te laten uitvoeren voor de aanleg, het onderhoud en de vervanging van de RWA-infrastructuur in het verkochte perceel, met de vervoermiddelen, materialen en werktuigen die hij of zijn aannemer hiertoe nuttig acht. Er wordt eveneens een recht van toe-en doorgang, inclusief het recht van plaatsen van materiaal gevestigd. Het desgevallend te volgen tracé is aangeduid op voormeld grafisch plan van Studiebureau Meso in groene kleur.

De op 22 september 2017 aangegane onderhandse overeenkomst voor de vestiging van erfdienstbaarheden voor het leggen van de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur wordt eveneens onder de minuten van de notaris neergelegd zodat er uittreksels en uitgiften kunnen van afgeleverd worden.

Er werd een ontwerpakte van "verkoop-vestiging van erfdienstbaarheid-neerlegging onder de minuten" opgemaakt door de notaris.

Juridische gronden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

De omzendbrief KB/ABB2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van erkende erediensten van 21 mei 2019.

Advies/argumentatie

De overname en vestiging van erfdienstbaarheden gebeurt in uitvoering van de afgeleverde omgevingsvergunning voor de aanleg van rioleringsinfrastructuur en geschiedt voor openbaar nut, met name om de aangekochte strook grond in te lijven in het openbaar domein van de gemeente.

De akte zal verleden worden voor de notaris.

Financiële gevolgen

Voor de verkoop van het perceeltje grond van 54 ca zal het bedrag van 672,30 euro betaald worden. Voor vestiging van de erfdienstbaarheden zal een vergoeding van 632 euro betaald worden.

De kosten, rechten en erelonen van de akte zijn ten laste van het gemeentebestuur.

Het krediet is voorzien in het budget 2021.

 

 

GE/61500000/01100

 

 

 

kosten en erelonen

Nog vrij beschikbaar 2021:

€19.933,26

BESLUIT

De bespreking van dit agendapunt wordt uitgesteld naar een volgende gemeenteraad.

 

top

Vestiging erfdienstbaarheden project Hazepootstraat (hoek Kapellelaan-Krommestraat) - neerlegging onder de minuten

MOTIVERING

Feiten en context

Op 7 augustus 2017 werd een omgevingsvergunning afgeleverd aan de NV Aquafin voor de aanleg  van rioleringsinfrastructuur en bijhorend herstel van de wegenis in de Hazepootstraat en Krommestraat.

Bij de uitvoering van deze vergunning werden een aantal grondinnames van private eigenaars gedaan. De onderhandse overeenkomsten die hiervoor gemaakt werden met de private eigenaars dienen nog geformaliseerd te worden door een notariële akte zodat de overeenkomsten ook tegenstelbaar worden aan derden.

Op een perceel weiland gelegen op de hoek van de Kapellelaan en de Krommestraat, volgens titel ten kadaster gekend, sectie E, nummer 235 D en volgens recent kadaster gekend, sectie E, nummer 235 D P0000, met een totale oppervlakte van vijfennegentig aren éénenzestig centiaren (95a 61ca), werd een erfdienstbaarheid van losweg van 2,9 m, zoals weergegeven op het opmetingsplan van studiebureau Meso gevestigd. Hiervoor werd een onderhandse overeenkomst opgesteld op 13 oktober 2017.

Het is de bedoeling om deze overeenkomst onder de minuten van de notaris neer te leggen zodat er uittreksels en uitgiften kunnen van afgeleverd worden.

Er werd een ontwerpakte van "neerlegging onder de minuten" opgemaakt door de notaris.

Juridische gronden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

De omzendbrief KB/ABB2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van erkende erediensten van 21 mei 2019.

Advies/argumentatie

De erfdienstbaarheid wordt gevestigd voor openbaar nut.

Financiële gevolgen

Voor vestiging van de erfdienstbaarheden zal een vergoeding van 334 euro betaald worden.

De kosten, rechten en erelonen van de akte zijn ten laste van het gemeentebestuur.

Het krediet is voorzien in het budget 2021, GE/61500000/01100 (kosten en erelonen).

 

Sleutel

Actie

Beschikbaar budget

GE/61500000/01100

 

-

Nog vrij beschikbaar 2021:

€19.933,26

BESLUIT

De bespreking van dit agendapunt wordt uitgesteld naar de volgende gemeenteraad.

 

top

Vestiging erfdienstbaarheden Hazepootstraat - neerlegging onder de minuten

MOTIVERING

Feiten en context

Op 7 augustus 2017 werd een omgevingsvergunning afgeleverd aan de NV Aquafin voor de aanleg  van rioleringsinfrastructuur en bijhorend herstel van de wegenis in de Hazepootstraat en Krommestraat.

Bij de uitvoering van deze vergunning werden een aantal grondinnames van private eigenaars gedaan. De onderhandse overeenkomsten die hiervoor gemaakt werden met de private eigenaars dienen nog geformaliseerd te worden door een notariële akte zodat de overeenkomsten ook tegenstelbaar worden aan derden.

Op een eigendom gelegen aan de Hazepootstraat 48, volgens titel ten kadaster gekend, sectie D, nummers 515 B en 526 G en deel van nummer 508 W 2, met een oppervlakte volgens titels van vijfenveertig aren zevenentachtig centiaren achtenzestig tienmilliaren (45a 87ca 68tma) en volgens recent kadaster gekend, sectie D, nummer 526 H P0000, met een oppervlakte van vijfenveertig aren zesentachtig centiaren (45a 86ca), werd  een erfdienstbaarheid van losweg, zoals weergegeven op het opmetingsplan van studiebureau Meso gevestigd. Hiervoor werd een onderhandse overeenkomst opgesteld op 23 augustus 2017.

Het is de bedoeling om deze overeenkomst onder de minuten van de notaris neer te leggen zodat er uittreksels en uitgiften kunnen van afgeleverd worden.

Er werd een ontwerpakte van "neerlegging onder de minuten" opgemaakt door de notaris.

Juridische gronden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

De omzendbrief KB/ABB2019/3 over de transacties van onroerende goederen door lokale en provinciale besturen en door besturen van erkende erediensten van 21 mei 2019.

Advies/argumentatie

De erfdienstbaarheid wordt gevestigd voor openbaar nut.

Financiële gevolgen

Voor vestiging van de erfdienstbaarheden zal een vergoeding van 636,60 euro betaald worden.

De kosten, rechten en erelonen van de akte zijn ten laste van het gemeentebestuur.

Het krediet is voorzien in het budget 2021, GE/61500000/01100 (kosten en erelonen).

 

Budgetsleutel

Actie

Beschikbaar budget

GE/61500000/01100

 

-

Nog vrij beschikbaar 2021:

€19.933,26

BESLUIT

De bespreking van dit agendapunt wordt uitgesteld naar een volgende gemeenteraad.

 

top

Wegmarkeringen - raamovereenkomst 2022-2025 - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

MOTIVERING

Feiten encontext

In het kader van de opdracht “Wegmarkeringen - raamovereenkomst 2022-2025” werd een bestek met nr. 20211874 opgesteld door de Uitvoerende Diensten.

Deze opdracht is als volgt opgedeeld:
* Basisopdracht (Wegmarkeringen - raamovereenkomst 2022-2025), raming: € 38.577,50 excl. btw of € 46.678,78 incl. 21% btw;
* Verlenging 1 (Wegmarkeringen - raamovereenkomst 2022-2025), raming: € 38.577,50 excl. btw of € 46.678,78 incl. 21% btw;
* Verlenging 2 (Wegmarkeringen - raamovereenkomst 2022-2025), raming: € 38.577,50 excl. btw of € 46.678,78 incl. 21% btw;
* Verlenging 3 (Wegmarkeringen - raamovereenkomst 2022-2025), raming: € 38.577,50 excl. btw of € 46.678,78 incl. 21% btw.

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 154.310,00 excl. btw of € 186.715,12 incl. 21% btw.

De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 12 maanden met mogelijkheid tot 3 verlengingen.

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.

Juridische gronden

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van € 750.000,00 niet) en artikel 57 en artikel 43.

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

Advies/argumentatie

Gunstig advies van de Uitvoerende Diensten om deze werken te laten uitvoeren binnen een raamovereenkomst voor een looptijd van 1 jaar met de mogelijkheid om 3 keer te verlengen.

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2021, op budgetcode 61032000/02900 en in het budget van de volgende jaren.

De uitgave is voorzien in het budget.

Budgetsleutel

Acties

Beschikbaar budget

61032000/02900

______________

 52.000,00 in 2022

BESLUIT

Artikel 1

Het bestek met nr. 20211874 en de raming voor de opdracht “Wegmarkeringen - raamovereenkomst 2022-2025”, opgesteld door de Uitvoerende Diensten worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 154.310,00 excl. btw of € 186.715,12 incl. 21% btw.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.

Artikel 4

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het exploitatiebudget van 2021, op budgetcode 61032000/02900 en in het budget van de volgende jaren.

Met 24 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Billie Kawende, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

 

top

Gemeentelijke basisscholen - Functiebeschrijvingen - Lijst instellingsgebonden opdrachten

MOTIVERING

Feiten en context

Op 20 februari 2018 keurde de gemeenteraad volgende functiebeschrijvingen goed: directeur, onderwijzer, kleuteronderwijzer,  zorgcoördinator en administratief medewerker.
Deze functiebeschrijvingen dienen geactualiseerd en aangepast te worden.

De directeurs kunnen een beperkt aantal instellingsgebonden opdrachten opleggen aan  hun personeelsleden.

Juridische gronden

Het decreet van 27 maart 1991 over de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding.

De omzendbrief PERS/2007/09 van 29 oktober 2007 over de functiebeschrijving en evaluatie.

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Advies/argumentatie

De functiebeschrijvingen en de lijst met instellingsgebonden opdrachten werden opgemaakt volgens de modellen van het OVSG.
Het verslag van het protocol van het ABOC van 17 december 2021.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

De functiebeschrijvingen voor het ambt van directeur, onderwijzer, kleuteronderwijzer, zorgcoördinator en administratief medewerker, goedgekeurd door de gemeenteraad van 20 februari 2018, op te heffen.

Artikel 2

Met ingang van 1 februari 2022, volgende functiebeschrijvingen goed te keuren voor het ambt van :
- directeur
- onderwijzer
- onderwijzer aanvangsbegeleiding
- kleuteronderwijzer
- kleuteronderwijzer aanvangsbegeleiding
- zorgcoördinator
- administratief medewerker
- leermeester levensbeschouwelijke vakken.

Artikel 3

Met ingang van 1 februari 2022 de lijst met instellingsgebonden opdrachten goed te keuren.

Met 24 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Billie Kawende, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

 

top

Gemeentelijke basisscholen - Arbeidsreglement

MOTIVERING

Feiten en context

Het schoolbestuur moet voor haar personeel een arbeidsreglement opmaken met daarin een aantal verplichte vermeldingen.

Het arbeidsreglement legt de relatie tussen het schoolbestuur en het personeel vast.

Het huidig arbeidsreglement, goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 februari 2018, dient in zijn geheel te worden herwerkt.

Juridische gronden

De wet van 8 april 1965 over de instelling van de arbeidsreglementen.

Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Advies/argumentatie

Het arbeidsreglement werd opgemaakt volgens het model van het OVSG.

Het protocol van akkoord van het ABOC van 17 december 2021.

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

BESLUIT

Artikel 1

Het arbeidsreglement, goedgekeurd door de gemeenteraad van 20 februari 2018, op te heffen met ingang van 1 februari 2022.

Artikel 2

Het herwerkte arbeidsreglement vast te stellen met ingang van 1 februari 2022.

Artikel 3

Een afschrift van het nieuwe arbeidsreglement te bezorgen, door ontvangst te laten tekenen, aan al de personeelsleden van de gemeentelijke basisscholen van Meise.

Artikel 4

Een afschrift van het nieuwe arbeidsreglement te bezorgen aan het regionaal bureau van de Inspectie van de sociale wetten.

Met 24 stemmen voor (Gerda Van den Brande, Jonathan De Valck, Tom Heyvaert, Jorn Lathouwers, Ruben Algaba, Ann Van den Broeck, Roger Heyvaert, Marie Jeanne Thaelemans, Paul Aerts, Virginie De Klippel, Roel Anciaux, Sonja Becq, Emiel De Boeck, Thomas Goethals, Christine De Cubber, Jacques Wouters, Veerle De Cuyper, Erwin De Clerck, Diana Tierens, Charlotte Meulemeester, Katrien Uyttersprot, Billie Kawende, Roel Baudewyns en Sonia Lathouwers)

 

top

Dossier herinrichting site Sportschuur Wolvertem - Toegevoegd punt

Roel Anciaux stelt volgende vraag:

Vraag

Het studiebureau heeft het "voorontwerp" voor de herinrichting van de zone achter de Sportschuur klaargemaakt.
Dit ontwerp - een gevolg van een toe nu toe geslaagd participatietraject - komt gelukkig overeen met de bedoeling die in het Meerjarenplan was afgesproken: een groene zone met oog voor sport en ontspanning (en dus geen sportzone met wat groen). Samen Anders is zeer blij dat ook dit punt van het mede door ons opgestelde Meerjarenplan zal worden gerealiseerd.

In de communicatie die er rond dit dossier nu wordt gevoerd wordt er een online-"informatiemoment" georganiseerd op 26.01.2022. De inwoners mogen ook tot 31.01.2022 nog tips, werkpunten en opmerkingen doorgeven.

In de notulen van het College dd. 20.12.2022 staat er echter te lezen dat de beslissing reeds is genomen en er geen ruimte meer is voor fundamentele wijzigingen. Dit is nochtans slechts het eerste voorontwerp dat de mensen gaan zien...

Dat infomoment en de mogelijkheid die de inwoners nog hebben om opmerkingen e.d. door te geven is dus voor de schijn... Lang leven de Participatie!

Remember het dossier van het Circulatieplan van Meise... De invulling van de term "Participatie" verandert bij sommigen blijkbaar al naargelang een dossier tegenstanders heeft en al naargelang deze tegenstanders veel lawaai kunnen maken op de zogenaamde "social media"...


Vraag:

Waarom organiseert u nog een informatiemoment en de mogelijkheid tot geven van input door inwoners en stakeholders indien er in het College reeds is beslist dat er geen ruimte meer is voor fundamentele aanpassingen aan het ontwerp?

Antwoord

Schepen Jonathan De Valck antwoordt dat in het bestek voor het aanstellen van een ontwerper voor de sportschuursite was opgenomen dat de ontwerper rekening moest houden met 2 overlegmomenten met alle stakeholders. Dit bestek werd goedgekeurd tijdens de gemeenteraad van 16 november 2020.

Het eerste participatiemoment vond plaats op 21 september 2021 en was een groot succes. Samen met de ingevulde enquêtes kwamen er meer dan 200 antwoorden binnen. Zoals goedgekeurd in het bestek ging de ontwerper met de feedback van het participatietraject aan de slag. Het resultaat daarvan is het huidige voorontwerp.

Schepen Jonathan De Valck motiveert het tweede participatiemoment als volgt:

Zoals eerder vermeld was er in het bestek voorzien om twee overlegmomenten te organiseren in het bestek. Het organiseren van dit tweede participatiemoment heeft een meervoudig doel:

  Ten eerste is het een terugkoppeling naar de deelnemers van de eerste participatieronde. Zo krijgen zij te zien wat er met hun feedback, input en ideeën is gebeurd;

  Ten tweede is het een ideaal moment om vragen te stellen over het voorontwerp. Op die manier toetsen we het voorontwerp af aan de kritische geest van het publiek;

  Tot slot mogen de deelnemende inwoners hun mening, feedback en opmerkingen geven op het voorontwerp. Dit betekent dat er nog nuttige aanpassingen kunnen gebeuren die de essentie van het voorontwerp niet aantasten.

Het tweede participatiemoment is dus zeker een zinvolle zaak dat het finale ontwerp ten goede zal komen.

Roel Anciaux vraagt waar de lijn ligt tussen een kleine aanpassing en een grote aanpassing.

Schepen Jonathan De Valck antwoordt dat dit nog zal beoordeeld worden in de stuurgroep en het schepencollege. Aan de essentie van het voorontwerp zal niet meer worden geraakt. De grote lijnen zijn uitgezet.

 

top

Restauratiedossier Sint Laurentiuskerk Wolvertem - Toegevoegd punt

Marie Jeanne Thaelemans stelt volgende vraag:

Vraag

Tijdens deze legislatuur werd een beheersplan opgesteld en werd een architect aangesteld om met de dringendste werken te beginnen aan de kerk te starten. De afspraak met de architect en de diensten was dat er in december 2022 een plan zou ingediend worden bij het Agentschap Erfgoed om de restauratiepremies aan te vragen.

Tot op heden heb ik hierover nog niets gelezen in de notulen van het schepencollege. 

Kan de schepen van openbare werken en erfgoed de stand van het dossier toelichten. Werden de premies al aangevraagd samen met het bijhorende plan van restauratie?

De toestand in sommige delen van de kerk is zeer precair. Wanneer worden de premies aangevraagd zodat de werken kunnen starten?

Antwoord

Schepen Ruben Algaba antwoordt dat het restauratiedossier, na bespreking met Onroerend Erfgoed en de gemeente, door de architect werd gefinaliseerd eind december 2021. Het dossier werd begin januari 2022 door de dienst nagekeken en zal naar alle waarschijnlijkheid voorgelegd worden aan de gemeenteraad van februari 2022, waarna de nodige premies zullen aangevraagd worden.
Na het toekennen van de premies zal het dossier in aanbesteding komen.

 

top
Meise url gemeenteraad
https://meise.meetingburger.net/gr/58d45dbb-da7f-4d70-bc38-2288a5604acf